Wie stond er aan de top van de Ottomaanse samenleving?
Vooraleer je op onderzoek gaat naar de evolutie van het Ottomaanse Rijk is het belangrijk dat je begrijpt hoe de verschillende lagen van de Ottomaanse samenleving er uitzien.
Lees de onderstaande tekst over de Ottomaanse samenleving en nadien de onderstaande oefening.
- Sultan
De sultan stond aan de top van de Ottomaanse samenleving. Hij had alle macht in handen. Zo was hij opperrechter, maakte hij de wetten en was hij opperbevelhebber van het leger. Hij moest enkel verantwoording afleggen aan God
- Heersende klassen
Net onder de sultan had je twee heersende klassen. Zij moesten de orde in het rijk bewaren, mochten wapens dragen en moesten geen belastingen betalen.
- De eerste klasse bevatte leden met een Turkse en islamitische afkomst.
- De tweede klasse bestond uit leden die zich hadden opgewerkt en bekeert tot de islam. Zij stonden net onder de eerste klasse op de sociale ladder.
Binnen deze heersende klassen had je verschillende instituties gebaseerd op de functie die ze uitvoerde. Zo was er het instituut van het paleis dat instond voor de familie van de sultan en voor de uitvoering van de bevelen van de sultan. Het instituut van de klerken stond dan weer in voor de administratie en het innen van belastingen.
- Reâyâ of kudde
Dit was het overgrote deel van de bevolking. Het gaat hier om boeren, handelaars, ambachtslieden... Zij moesten uiteraard wel belastingen betalen. Al deze mensen waren opgedeeld in verschillende gemeenschappen op basis van hun religie. Deze gemeenschappen hadden de macht om lokale zaken zelf af te handelen. Deze vorm van gemeenschappen noemden het Millet-systeem.